Corsages waren de aanleiding om er iets meer mee te doen.
Tijdens mijn vrijetijd heb ik jarenlang in een poliers bedrijf meegewerkt, om vogels uit te zoeken die geschikt waren om opgezet te worden.
Dat wil zeggen dat ze op de eerste plaats mooi en gaaf moesten zijn, want een kleine beschadiging aan de huid kan al een reden zijn deze vogel niet klaar te maken voor het prepareren en opzetten. Maar als deze vogels wel een mooie verendek hadden, werd deze toch geskind, zeg maar zijn jasje er af gehaald. Vervolgens werd er handmatig dit huidje van zijn vetlaagje te verlossen, wat aan de binnen kant tussen vlees en huid zit, net zo als bij ons en andere dieren en vogels. Dit is dan wel een heel secuur werkje, even iets te snel of te hard drukken, geeft in het looiproces een probleem. Bij het uittrommelen van de huidjes in zaagsel en een oplosmiddel, zou dit verder openscheuren, met als gevolg dat je dit huidje dan eventueel in kleine stukjes zou kunnen verkopen. Er vanuit gaande dat het allemaal optimaal gelukt is, dan heb je heel mooi stukje natuur in je handen, wat anders de kliko in was gegaan. De vogels die wel mooie veren hadden en door de jacht te veel beschadigd waren, werden geplukt, zodat de mooie veren eventueel gebruikt kunnen worden in de vliegbinderij en voor hobby doeleinden.
De vliegvisserij zijn vissers die uitsluitend met kunstaas vissen, die ze doorgaans ook zelf hebben gemaakt. Vroeger in de jaren 50 – 60 was het een elite bedoening, gelukkig waren er visverenigingen die zich op deze visserij hebben geworpen, om het uit deze sfeer te halen en de geheimzinnigheid van de technieken en dergelijke te doorbreken.
Zelf was ik zo’n figuur die het vliegvissen ambieerde boven werphengel en vaste stok. Daar ik van zo’n vereniging ook secretaris was, had ik bij het bestuur geopperd om een vliegvis afdeling te willen opstarten en zo geschiedde. Eerst werden de bijeenkomsten in de huiselijke sfeer gehouden, maar al snel moest er een zaaltje voor gevonden worden daar er al behoorlijk wat vissers zich hadden aangemeld.
Doordat ik dicht bij de veertjes zat was het niet zo moeilijk om telkens nieuwe modellen van vliegen gezamenlijk te bouwen. Zo ontstond er een vereniging van vliegvissers die geen geheimen voor elkander hadden, maar iedereen hielp om de techniek eigen te maken.
Later op een beurs van poeliers had ik de opdracht om van het zogenaamde restafval iets te gaan maken. Natuurlijk waren dat vliegen en nimfen die ik eerst maakte, echter had dit haast geen aftrek. Alleen hen die ook visten vonden het wel leuk. En aangezien er veel meer dames dan heren aanwezig waren, moest er iets anders gemaakt worden, maar wat?
Onder tussen had ik me bedacht dat corsages maken eventueel een optie zou kunnen zijn, maar dan had ik wel lange spelden nodig om hierop de corsages te gaan maken. Hoe kom je daar zo snel aan? Een lieve dame zorgde voor de benodigde spelden en kon ik me botvieren om iets te creëren. Na eerst enkel proefjes te hebben gemaakt bleek dit heel aantrekkelijk voor de dames. Deze hadden al snel in de gaten dat er iets aparts was te halen en dat heb ik geweten. Ik heb me twee dagen in het zweet gewerkt om iedereen die graag een corsage wilde hebben, deze te voorzien van een excemplaar.
Hieruit ontstond een nieuwe hobby voor mij. Niet alleen maar vliegen en nimfen maken, maar corsages kwamen erbij. En zeer snel ook de oorbellen en hangers, waarbij ik ook schelpen ging verwerken. Ik kreeg wel te horen dat ze leken op de oorbellen uit China en Afrika, want die vallen zo uit elkaar en hebben vaak ook maar één veertje.
En zo begon het allemaal.